Uptime Institute Tier classificatie
Lees meer over de Uptime Institute Tiers en het belang binnen datacenter infrastructuren voor het waarborgen van operationele betrouwbaarheid en redundantie.
In deze module leer je classificaties van datacentra kennen gebaseerd op de Uptime Institute Tiers. Krijg een duidelijk inzicht in de vier Tiers en het belang ervan voor het waarborgen van operationele betrouwbaarheid en redundantie binnen de datacenter-infrastructuur.
Classificatie van datacenters worden gedefinieerd door vier niveaus (Tiers) vastgesteld door het Uptime Institute. Tiers zijn niet hiërarchisch, maar afgestemd op diverse zakelijke behoeften. Elk Tier vervult ook de eisen van die eronder. Tier IV omvat bijvoorbeeld alle kenmerken van Tier III plus verbeterde betrouwbaarheid en redundantie. Elk niveau krijgt een redundantie capaciteit die wordt weergegeven als 'N'. "N" is de basiscapaciteit; en betekent dat een datacenter alles heeft om te werken zoals ontworpen maar geen voorzieningen heeft voor uitval of onderhoud van apparatuur. Alles boven N is extra beveiliging voor het datacenter. De Tier-classificatie houdt ook rekening met operationele duurzaamheid, focus op beheermethoden en risicobeperking voor bedrijfsdoelen op de lange termijn.
Laten we de Tiers bekijken.
Tier I: Tier I-faciliteiten leveren stroom en koeling voor de volledige IT-belasting maar geen redundantie voor kritische systemen, waardoor volledige uitschakeling vereist is voor onderhoud of reparaties. De belangrijkste vereisten omvatten:
- Een ononderbroken stroomvoorziening (UPS) voor stroompieken en stroomuitval.
- Een ruimte speciaal voor IT-systemen.
- Een engine-generator.
- Specifieke koelapparatuur die buiten kantooruren draait.
Met de hoogst toegestane downtime tot 28,8 uur per jaar, hebben Tier I-datacenters geen redundantie. Dit leidt tot een jaarlijkse uptime van 99,671%, de laagste volgens de door Uptime Institute gradatie.
Tier II: Tier II-datacenters omvatten alle kenmerken van Tier I en voegen extra back-up opties toe voor een betere bescherming tegen verstoringen. Deze datacenters zijn uitgerust met:
- Extra engine-generators.
- Energieopslag.
- Koelmachines.
- Verhoogde vloeren.
- UPS-modules.
- Pompen.
- Apparatuur voor warmteafvoer.
- Brandstoftanks en cellen.
- Extra koeleenheden.
Tier II-datacenters richten zich nog steeds op één distributie methode voor stroom en koeling, wat ze kwetsbaar maakt voor onverwachte verstoringen. Klanten kunnen tot 22 uur downtime verwachten per jaar met 99,741% uptime. Redundantie op dit niveau is beperkt, en het systeem heeft weinig fouttolerantie.
Tier III: De meeste datacenters beoordeeld door het Uptime Institute hebben een Tier III-status. Deze bieden gelijktijdig onderhoud met redundante stroom- en koel methoden om shutdowns tijdens onderhoud of vervangingen te vermijden. Ze omvatten N+1-redundantie zodat ook de operatie garandeert is met een defecte component. Tier III-faciliteiten vereisen een back-up oplossing die minimaal 72 uur operationeel is na de storing. Ze garanderen maximaal 1,6 uur jaarlijkse downtime, wat neerkomt op 99,982% uptime. Ze bieden veel Tier IV-voordelen, maar met iets minder uitgebreide bescherming.
Tier IV: Tier IV-datacenters verbeteren het ontwerp van Tier III met fouttolerantie, apparatuur met dubbele voeding en meerdere onafhankelijke distributie mogelijkheden. De vereisten:
- Dubbele generatoren, UPS-systemen, en koelsystemen voor alle componenten.
- Onafhankelijke distributie mogelijkheden om trapsgewijze storingen te voorkomen.
- Voortzetten van de operatie gedurende ten minste 96 uur na stroomuitval, zonder externe stroombronnen.
- Redundante systemen fysiek van elkaar gescheiden om gelijktijdige verstoring te voorkomen.
Deze maatregelen zijn cruciaal voor de geavanceerde fouttolerantie van Tier IV en ononderbroken bedrijfsvoering.
Tier IV-datacenters gebruiken 2N of 2N+1 redundantie. Dit betekent gedupliceerde systemen of dubbele capaciteit met een extra back-up, zodat de werkzaamheden doorgaan ondanks defecten. Ze garanderen een maximum van 26,3 minuten downtime per jaar, ofwel een jaarlijkse uptime van 99,995%. Hoewel het geen 100% uptime belooft vanwege mogelijke onderhoudssituaties, garanderen Tier IV-faciliteiten ononderbroken activiteiten van de klant door meerdere back-up systemen voor kritische diensten, een norm voor het behouden van het hoogste niveau.
Voor datacenters moeten diverse essentiële factoren zorgvuldig worden overwogen voor een efficiënte bedrijfsvoering, waaronder:
- Snelheid en flexibiliteit.
- Uptime.
- Circulariteit.
- Veiligheid en betrouwbaarheid.
- Beveiliging.
- Tier gradatie.
- Redundantie.
- Effectiviteit van stroomverbruik (PUE), PUE is de maatstaf voor de energie-efficiëntie van een datacenter. Het is de verhouding tussen het totale stroomverbruik van de faciliteit en dat van IT.
- Effectiviteit van waterverbruik (WUE), WUE is een maatstaf voor duurzaamheid ontwikkeld door the Green Grid. Het is de verhouding tussen waterverbruik in een datacenter en het stroomverbruik van IT.
Een betrouwbaar koelsysteem is cruciaal voor datacenters, en onderstreept het belang van zorgvuldige planning om een naadloos werkende operatie te garanderen.