Onderzoek En Inzicht
Sprinklersysteem voor brandbestrijding
Sprinklersystemen gebruiken water om brand in gebouwen te onderdrukken, en in het beste geval om te blussen. Leidingsystemen worden gebruikt om de media door het hele gebouw te verspreiden naar de plaats waar de brand zich voordoet. Sprinklers bestaan in diverse uitvoeringen om verschillende sproeipatronen, reactietijd, druk, druppelgrootte etc. uit te voeren.
Sprinklerinstallaties moeten voldoen aan de brandbeveiligingsnormen, waarvoor wettelijke en verplichte bepalingen bestaan die eisen stellen aan de planning, de installatie en het onderhoud van brandbeveiligingsinstallaties. Brandbeveiligingsnormen kunnen worden opgesteld door onafhankelijke organisaties, verzekeringsmaatschappijen of overheidsinstanties om de kans op en de gevolgen van brand tot een minimum te beperken.
Europese landen zijn van plan om de EN-normen in heel Europa te harmoniseren, in plaats van in elk land een individuele brandnorm te hebben.
Brandbeveiligingsnormen beschrijven:
- Planning (gebouwen, soorten gevaren, ontwerpcriteria, watervoorziening, componenten)
- Installatie (type, ontwerpkenmerken, leidingwerk, inbedrijfstelling)
- Onderhoud (inspectie en test door de gebruiker, service- en onderhoudsschema)
De eigenaar van het gebouw zal in samenwerking met de verzekeringsmaatschappij en de bevoegde lokale autoriteit de te gebruiken norm bepalen.
Sprinklers kunnen automatisch of met open doorstroomopening werken. Automatische sprinklers worden geactiveerd door warmte die de sensor breekt die de sprinkler gesloten houdt. Het water uit de leiding gaat door de sprinkler, raakt de afbuigplaat en geeft een waternevel.
Automatische sprinklers werken bij een vooraf vastgestelde temperatuur, waarbij gebruik wordt gemaakt van een smeltend element dat een glasbolletje met vloeistof smelt of breekt, waardoor de waterdruk de plug in de doorstroomopening naar buiten duwt. Dit resulteert in een waterstroom uit de doorstroomopening.
Het water raakt een afbuigplaat, waardoor een specifiek sproeipatroon wordt geproduceerd dat is ontworpen op basis van het type sprinkler. De meeste automatische sprinklers worden afzonderlijk geactiveerd door de warmte van een brand. Automatische sprinklersystemen hebben glasbolletjes die voldoen aan een gestandaardiseerde kleurcodering die hun activeringstemperatuur aangeeft. Sprinklers worden geselecteerd op basis van het gevaar in het gebouw.
Het ontwerp van de sprinklers wordt beschreven door de instanties die verantwoordelijk zijn voor de brandveiligheidsnormen, zoals NFPA en VdS.
Installaties van Deluge hebben sprinklers met open uitstroomopeningen waarbij alle sprinklers tegelijkertijd werken. De sprinklers met open uitstroomopeningen zijn vergelijkbaar met de automatische sprinklers, maar zonder het warmtegevoelige element.
Een speciaal type sprinkler voor voornamelijk woningen, waar een snelle reactie levensreddend is, is de ESFR (Early Suppression Fast Response) sprinkler. Deze sprinkler heeft een zeer snelle reactietijd en opent snel in vergelijking met normale sprinklers.
Watervoorziening naar sprinklers
De watertoevoer naar de brandbluspomp in sprinklerinstallaties moet voldoen aan de eisen voor debiet, druk en tijdsduur. Bronnen kunnen zijn: openbare waterleidingen, opslagtanks voor water en onuitputtelijke bronnen zoals meren, rivieren en kanalen.
Voldoende watertoevoer naar brandbluspompen is essentieel. Afhankelijk van de gevaren moet een enkele of dubbel uitgevoerde watervoorziening worden geïnstalleerd om een adequate en betrouwbare waterbron voor de brandbluspompen te garanderen. Een dubbel uitgevoerde watervoorziening kan afkomstig zijn van twee verschillende openbare waterleidingen, of één openbare waterleiding + één opslagtank. Er is gewoonlijk één zuigleiding geïnstalleerd naar elke brandbluspomp vanuit de watervoorziening om storing tussen de pompen te voorkomen. Deze ontwerpcriteria worden beschreven in de diverse normen voor de sprinklerinstallatie.
Het water mag geen voorwerpen bevatten en moet voldoende schoon zijn om door de sprinklerinstallatie te worden verwerkt. Om te voorkomen dat ongewenste voorwerpen in het systeem komen, dient een zeef bij de inlaat naar de zuigleiding voor de brandbluspompen te worden geïnstalleerd. Of idealiter wordt een zeef aangebracht op elke zuigleiding die een breektank voedt om te voorkomen dat afzettingen zich ophopen in het opgeslagen water.
De meeste installaties schrijven max. 40 °C voor de watertoevoertemperatuur voor, en 25 °C voor dompelbare brandbluspompen.
Grundfos levert brandbluspompen voor watervoorziening als onderdeel van goedgekeurde sprinklersystemen voor industriële en commerciële brandbeveiliging.