Gasliftpomp

De gasliftpomp - ook wel mammoetpomp genoemd - maakt gebruik van de toename van de zuurstofinname in water onder druk. Tegelijkertijd wordt stijgende lucht gebruikt om water omhoog te brengen - en dus te laten circuleren. Dit maakt de mammoetpomp geschikt voor het beluchten en circuleren van grote hoeveelheden water. Een gasliftpomp wordt vaak gebruikt in situaties waar onderhoud tot een absoluut minimum moet worden beperkt.

De pomp zelf bevat geen draaiende onderdelen, alleen een stijgleiding waarin vloeistof en lucht worden gecombineerd. Het pompsysteem als geheel is niet 100% onderhoudsvrij omdat apparatuur nodig is om lucht in de pomp te voeren.

Lucht wordt toegevoerd aan de onderkant van de stijgleiding en daar gecombineerd met de vloeistof. Hierdoor verandert de dichtheid van de vloeistof, waardoor het gecombineerde medium door de leiding omhoog komt.

Het rendement van een gasliftpomp is afhankelijk van twee dingen:

• De ondergedompelde lengte (H _s ) in relatie tot de geodetische opvoerhoogte (H _geo )
• Luchtsnelheid door de vloeistof en de snelheid van het medium door de pomp. Hoe groter het verschil tussen de respectievelijke snelheden van de vloeistof en lucht, des te lager is het totale rendement van de pomp.

Onder optimale omstandigheden kan de gasliftpomp een rendementsniveau bereiken van ca. 35-40 % bij een H _s / H _geo van 2 / 2,5 en een luchtsnelheid van 10 m/s.

Grundfos SP-dompelpompen vormen een alternatief voor gasliftpompen, bijvoorbeeld bij toepassingen met diepe putten.