Belangrijke zaken om rekening mee te houden bij het selecteren en dimensioneren van een pomp

Bekijk een aantal van de belangrijkste zaken waarmee rekening moet worden gehouden tijdens het dimensioneren en selecteren van een pomp.

Het dimensioneren en selecteren van pompen hoeft geen intimiderend proces te zijn. Met enige basiskennis over een aantal van de belangrijkste zaken waar je rekening mee moet houden kom je al een heel eind.

Wij zijn er om jou te helpen die eerste stap te nemen.
Deze trainingsmodule biedt een inleiding op het dimensioneren en selecteren zodat je altijd voor elke klus de juiste pomp kiest.

We beginnen met de overwegingen bij het selecteren van een pomp. Tijdens het selectieproces voor pompen moet je met een aantal zaken rekening houden, zoals:

De waterbron. Waar komt het water vandaan?

Het volumedebiet, m.a.w. het totaal van alle wateruitlaten en verbruikspatronen.

De totale opvoerhoogte: de verticale afstand van bron tot uitlaatpunt.

De stroomvoorziening. Waar komt de elektriciteit voor de pomp vandaan?

En de regelmethode. Is de regeling handmatig of automatisch?

In het eerste deel van deze module bespreken we al deze factoren.

Om te beginnen: de waterbron.

Er zijn verschillende soorten waterbronnen waaronder bovengrondse tanks,
ondergrondse tanks, rivieren, (dam)meren, boorputten en het waterleidingnet.

Als je eenmaal weet waar je water vandaan komt is de vraag of het om drinkwater of niet-drinkbaar water gaat: dit is van invloed op de toepassingen
waarvoor het gebruikt mag worden.

Dan is er het debiet, oftewel Q.

Het debiet is de hoeveelheid vloeistof die in een bepaalde hoeveelheid tijd door de pomp heen stroomt.

Volumedebiet is een cruciale parameter aangezien we voor bepaalde doelen een bepaalde hoeveelheid water moeten leveren.

Debiet wordt doorgaans gemeten in kubieke meter per uur (m³/u), liter per seconde (l/sec) of liter per minuut (l/min).

Om te bepalen hoeveel debiet een systeem nodig heeft moet je alle afzonderlijke elementen van het systeem bij elkaar optellen.

De opvoerhoogte, H, wordt gemeten in meters en hangt af van de dichtheid
van de gepompte vloeistof.

Zoals eerder opgemerkt geeft de opvoerhoogte aan hoe ver de pomp een vloeistof omhoog kan brengen. Wanneer je een pomp koopt is de
opvoerhoogte vaak aangegeven. We gaan verder met de stroomvoorziening.

Om de juiste motor voor de pomp te kiezen is het noodzakelijk om
de stroombron te bepalen. De meestvoorkomende stroombronnen
in huishoudelijke toepassingen zijn:

Eénfasestroom.
Deze ontvangen woningen via het stroomnet van het elektriciteitsbedrijf en aggregaten die op afgelegen locaties als backup worden gebruikt.

Minder gebruikelijk zijn onder andere driefasenstroom zonnestroom en windmolens. Als laatste is er de regeling van de pomp.

Een pomp kan op twee manieren geregeld worden: handmatig of automatisch.

Zoals de naam zegt zijn handmatig geregelde pompen volledig handmatig terwijl automatisch geregelde pompen mechanismes hebben zoals vlotterschakelaars die de pomp aan- en uitzetten.

De rest van deze module gaat over het belang van dimensioneren.
Wanneer een pomp ondermaats is heeft dat een aantal gevolgen:
hij levert niet wat de klant gevraagd heeft de druk is te laag het debiet is te laag
het systeem is inefficiënt en er is meer risico op cavitatie en defect raken van de pomp. Misschien denk je: ik kan beter kiezen
voor een overmaatse pomp om deze risico's te voorkomen.

Maar een overmaatse pomp heeft ook gevolgen die niet veel beter zijn:
een overmaatse pomp verbruikt onnodig veel stroom, maakt veel meer herrie,
de snelheid is veel hoger dan nodig, en de pomp kan vroegtijdig defect raken doordat hij verre van optimaal efficiënt functioneert.

Zoals je ziet: onder- en overmaatse pompen leveren flinke problemen op.
Het is dus zaak om het juiste evenwicht te vinden en precies het juiste pompformaat voor de betreffende situatie te kiezen.

Maar hoe doe je dat?

Daarvoor moeten we het over pompcurves hebben.
Om een pompcurve te begrijpen moet je ten eerste de kenmerken van je systeem kennen.
Een pompcurve is namelijk in feite de prestatiecurve van een pomp die het debiet (Q) en de totale opvoerhoogte (H) weergeeft.

De kenmerken van het systeem geven het drukverlies van het systeem in relatie tot het debiet weer. Op het punt waar de systeemkenmerken en de pompprestatiecurve elkaar kruisen bevindt zich het specifieke werkpunt.

En als je eenmaal het werkpunt hebt gevonden, en het vereiste debiet en
de totale opvoerhoogte hebt berekend, weet je hoe groot de pomp moet zijn.

Daarmee zijn we aan het eind gekomen van de module over dimensionering en selectie.

Interesse om zelf een pomp te dimensioneren en selecteren?
Ga dan naar de dimensionerings- en selectietool van Grundfos, in het Grundfos Product Center.

Cursus overzicht

Modules
Modules: 3
Doorlooptijd
Doorlooptijd: 13 minuten
Moeilijkheid
Moeilijkheid: Gevorderd