Drukbeheer met een watertoren

Leer hoe je een watertoren in je netwerk behoudt voor gebruik in noodgevallen en alsnog drukbeheer over je netwerk kunt uitvoeren.

Een watertoren of verhoogde watertank is  een constructie met een hoeveelheid water  op een zekere hoogte boven de grond  en via leidingen aangesloten op een waterdistributienetwerk. 

In deze module gaan we het hebben over het opnemen  van een watertoren in je netwerk voor inzet in noodgevallen  en hoe tegelijkertijd de druk in het netwerk te blijven beheren. 

Watertorens dienen er vaak toe om een hoeveelheid water op hoogte op te slaan  en zo het water in het distributieleiding- netwerk onder druk te houden.  Watertorens kunnen worden ingezet om de impact van schommelingen  in de watervraag te verminderen, en dus als balanceertank te functioneren.  Het tankwaterniveau daalt wanneer de debietvraag piekt  en wordt bijgevuld wanneer de vraag vanuit de consumenten laag is. 

Met behulp van technologie kan het drukbeheer in distributienetwerken  aanzienlijk verbeterd worden.  Bijvoorbeeld met frequentie- regelaars, pompen,  proportionele-drukregeling en connectiviteit met netwerkdata.  Hierdoor is de watertoren niet meer nodig, en waterbedrijven zijn bekend met  de voordelen van het verwijderen van een watertoren uit het netwerk. 

Voor gemeentes kan het echter moeilijk zijn  om te accepteren dat er binnen de stad geen hoeveelheid op hoogte opgeslagen  water beschikbaar is voor noodgevallen.  Maar daar is iets aan te doen. 

Er bestaat een oplossing om de watertoren voor noodgevallen te behouden  zonder dat hij impact heeft op de vereiste netwerkdruk,  of voor het beperken van de mogelijkheid op drukval in het netwerk.  Dit doe je door een kleine drukverhogingspomp te gebruiken  om in de watertoevoer naar de tank te voorzien  en een hydraulisch bediende tweewegregelklep  voor het verwijderen van water uit de tank.  Zo houd je de watertank gevuld met water van goede kwaliteit  voor gebruik in noodgevallen, en kun je tegelijk de netwerkdruk blijven beheren. 

Zo gaat het in zijn werk:  De watertoren levert water aan het netwerk.  Wanneer het waterniveau in de tank een lager punt bereikt,  wordt de regelklep gesloten  en stroomt er geen water meer naar het netwerk.  Hierna start de pomp, en wordt water vanuit het netwerk in de tank gepompt. 

Wanneer het waterniveau in de tank een hoger punt bereikt, stopt de pomp.  Deze cyclus herhaalt zich: de regelklep opent en sluit om de waterstroom  van en naar de tank te regelen zonder dat dit de netwerkdruk beïnvloedt.  De druk in het netwerk kan waar nodig verlaagd worden  en de tank wordt achter de hand gehouden voor noodgevallen. 

Als de netwerkdruk te laag wordt, wordt de regelklep geopend  om de minimale netwerkdruk te behouden.  En wanneer de netwerkdruk hoger is dan de tankdruk  wordt de regelklep geopend zodat de tank gevuld wordt  zonder dat de drukverhogingspomp daarvoor hoeft te worden ingeschakeld.  Voor meer over het gebruiken van drukbeheer  om de systeemdruk in het netwerk te verlagen, zie Module 3. 

Laten we samenvatten wat er in deze module is behandeld:  Hoe je een watertoren in het netwerk behoudt voor noodgevallen  Hoe je een goede waterkwaliteit in de tank in stand houdt  De configuratie van apparatuur om de druk in het netwerk te verlagen  zonder dat het water in de toren hier invloed op uitoefent.  

Cursus overzicht

Modules
Modules: 5
Doorlooptijd
Doorlooptijd: 25 minuten
Moeilijkheid
Moeilijkheid: Advanced